Actueel

10 december 2019

Nieuwe Autorisatierichtlijn Medicatieveiligheid

Begin december 2019 zijn FMS, GGZ Nederland, KNMP, NAPA, NHG, NVZ, NVZA, Patiëntenfederatie Nederland en V&VN akkoord gegaan met uitbreiding van de autorisatierichtlijn voor medicatieveiligheid. Dit betekent dat 3 nieuwe typen zorgverleners zelfstandig via het LSP medicatiegegevens kunnen opvragen: basisartsen, verpleegkundig specialisten en physician assistants. Naast de voordelen voor zorgverleners heeft dit ook impact op leveranciers die in hun systemen controles uitvoeren op de autorisatierichtlijn.

Heeft u een systeem dat controles uitvoert op de autorisatierichtlijn? Dan dient u uw systeem hierop aan te passen. Meer informatie over de nieuwe richtlijn vindt u hieronder.

Waar gaat autorisatierichtlijn over

De autorisatierichtlijn beschrijft de afspraken die gelden bij de uitwisseling van patiëntgegevens tussen zorgverleners, rekening houdend met de wet- en regelgeving (WGBO, Wet BIG en AVG).

Aan de hand van deze richtlijn wordt bepaald welke zorgverleners welke medicatiegegevens uit het patiëntendossier mogen raadplegen. Het gaat om de medicatiegegevens die onderdeel zijn van de informatiestandaarden voor medicatieveiligheid: Medicatieproces (MP-6.12 en MP-9), Lab en ICA. Voorwaarde is hierbij dat de patiënt expliciet toestemming heeft gegeven voor het beschikbaar stellen van zijn gegevens aan andere zorgverleners.

Relevante partijen uit het zorgveld (koepels) zijn betrokken bij het opstellen van de autorisatierichtlijn en hebben ook hun akkoord hierop gegeven. Bij het opstellen is rekening gehouden met de (herziene) beroepsrichtlijn ‘Overdracht medicatiegegevens in de keten’.

Wat zijn de verandering?

De belangrijkste veranderingen in deze autorisatierichtlijn Medicatieveiligheid zijn:

  • Basisartsen hebben direct toegang tot het LSP voor het opvragen van medicatiegegevens. Dit betekent bijvoorbeeld dat artsen in ziekenhuizen die (nog) geen medisch specialist zijn zelfstandig de medicatiegegevens kunnen opvragen zonder dat zij gemandateerd hoeven te worden. Dit geldt ook voor artsen in verslavingsklinieken die geen psychiater zijn.
  • Ook verpleegkundig specialisten en physician assistants hebben nu directe toegang tot het LSP, omdat zij zelfstandig mogen voorschrijven.
  • De ziekenhuisapotheker heeft de mogelijkheid om de medicatiegegevens van poliklinische patiënten op te vragen als voorbereiding op het consult, ondanks dat zij formeel geen behandelrelatie hebben met de patiënt die de polikliniek bezoekt. Dit mag onder de voorwaarde dat ziekenhuisapothekers deze taak uitvoeren op expliciet verzoek en onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur of de medische staf.
  • De tandarts, orthodontist en verloskundigen kunnen gegevens aanmelden op het LSP, na verificatie van het gebruik bij de patiënt.
  • De apotheker, ziekenhuisapotheker en de openbaar apotheker hebben nu ook de mogelijkheid om lab-uitslagen aan te melden, bijvoorbeeld wanneer de patiënt gebruik heeft gemaakt van een ‘point-of-care’ apparaat waarmee een lab-bepaling is gedaan.

Medicatieveiligheid is gebaat bij actuele medicatiegegevens op het juiste moment op de juiste plaats. De nieuwe autorisatierichtlijn maakt dit beter mogelijk, door de juiste behandelaars te autoriseren zonder omwegen of drempels gegevens op te halen als dat nodig is.