Wat draagt VZVZ bij aan VWS-programma Implementatie generieke functies?

‘Door nu goede afspraken te maken over de werking van de generieke functies, kan iedereen ze straks gebruiken en kunnen we daadwerkelijk sectoroverstijgend data laten stromen, met als einddoel de burger.’ Zo formuleert directeur relatiebeheer Francine Bergman het doel van het VWS-programma Implementatie generieke functies.

Namens VZVZ zit Francine in het strategisch overleg van het programma. De andere partijen in dit overleg zijn Nictiz, ICTU, het leveranciersmanagement van VWS en de koepelorganisaties. ‘We bespreken met elkaar wat het veld nodig heeft. Waaraan moeten gemeenschappelijke voorzieningen voldoen om met succes geadopteerd te worden en gegevensuitwisseling tot stand te brengen?’ Ze schetst de context: ‘De laatste jaren heeft de overheid door regie te pakken meer visie, afspraken en wetgeving ontwikkeld. Tegen de achtergrond van NVS, IZA, Wegiz en ook Europese wetgeving is er nu een beweging op gang gekomen. Dat is in het belang van de zorgaanbieders en VZVZ.’

 

Informatie bundelen voor koepels en leveranciers

Francine over de rol van VZVZ: ‘Wat er speelt binnen het programma bundelen we en vervolgens informeren we de koepels, die niet steeds allemaal aanwezig zijn: “Dit komt eraan aan wet- en regelgeving, dit is wanneer het geïmplementeerd moet zijn, check bij je leveranciers of zij hun systemen aan het voorbereiden zijn.” Ook adviseren wij de koepels tijdig met de achterban in gesprek te gaan over de impact op de zorgprocessen. Zo kunnen wij hen goed helpen en zijn zij voorbereid. We betrekken op deze manier de zorgaanbieders zo goed mogelijk bij het proces, motiveren hen tot meepraten in het programma. De uitkomsten van onze gesprekken brengen wij dan naar de leveranciers – die niet zelf aan tafel zitten – bijvoorbeeld op onze netwerkdagen. Ook daar melden we “dit komt eraan, doe er je voordeel mee”. Want de afspraken over de generieke functies moeten uiteindelijk tijdig terechtkomen op hun roadmaps. De uiteindelijke implementatie ligt bij hen.’

 

Inhoudelijk bijdragen met kennis en expertise

Teamleader ontwerp en architectuur Pieter van Gemeren licht de inhoudelijke bijdrage van VZVZ aan het programma toe. ‘We brengen onze kennis en expertise over interoperabiliteit in. De uitwerking van de afspraken vindt plaats in werkgroepen, daarin zitten ook onze architecten.’ Hijzelf zit namens VZVZ in een overkoepelend overleg met onder andere Nuts en Nictiz dat de samenhang tussen die programmawerkgroepen bewaakt. Daarnaast is hij actief in de werkgroepen Toestemmingen en Lokalisatie. 

Vanuit zijn rol in de NEN-norm-commissie overziet hij bovendien wat er gaande is in alle NEN-werkgroepen. ‘De NEN-normen geven beheersmaatregelen, maar daaraan kan het NTV niet toetsen. Ze laten te veel ruimte voor interpretatie. Willen we ons zoals afgesproken in de IZA-doelstellingen bewegen richting een landelijk dekkend netwerk van verbonden infrastructuren, dan moeten we precies afspreken hoe systemen met elkaar gaan communiceren. LSP loopt via AORTA, maar de AORTA-requirements zijn niet van toepassing op de communicatie met systemen die zijn aangesloten op andere infrastructuren.’

 

Vanuit NEN-normen naar testbare eisen

Pieter vervolgt: ‘We moeten toe naar heel concrete, testbare eisen. Binnen de werkgroepen van het programma duiden we de NEN-beheersmaatregelen nader, met minder ruimte voor interpretatie. Oplossingen moeten leiden tot een interoperabel sofwarepakket. Je werkt dus van breedkaderig naar specifiek, zodat de requirements getest kunnen worden door een tester die begrijpt hoe een softwareprogrammeur de software heeft geschreven. Voldoet de software aan de eisen?

Elke werkgroep bestaat uit een deel dat zich bezighoudt met requirements en een deel dat gaat over de architectuur: hoe ziet de conceptuele architectuur van een generieke functie eruit? Ook de schrijvers van de NEN-normen zijn uitgenodigd. Al onze activiteiten zijn te volgen via de samenwerkingsomgeving GitHub. Binnen “repositories” kun je zoeken naar “generieke functies”, bijvoorbeeld “lokalisatie”. Iedereen kan zijn bijdrage of feedback achterlaten, verschillende leveranciers doen dat al. Zo komen we samen tot requirements die landen in eisen en kan iedereen uiteindelijk testen tegen een verbindend afsprakenstelsel.’

 

Focus op concept

Binnen het programma Implementatie generieke functies ligt de focus van de partners op het concept. ‘We praten over het concept van de verschillende generieke functies en niet over de generieke voorzieningen van bijvoorbeeld VZVZ. Natuurlijk weten de partners wat wij in huis hebben en zou de keuze uiteindelijk ook op onze voorzieningen kunnen vallen. Voor wat betreft toestemmingenvoorziening Mitz is dat inderdaad het geval: daar is voor gekozen’, licht Francine toe. Pieter bevestigt: ‘We maken eerst met elkaar afspraken waaraan een voorziening moet voldoen, pas daarna kunnen we er een aanwijzen of bouwen.’ Hij voegt toe: ‘Twiin is deze zomer goedgekeurd als landingsplaats voor alle vertrouwensafspraken en basis om door te groeien.’

 

Governancestructuur Gezondheidsinformatiestelsel nodig

Tegen de achtergrond van het uiteindelijke doel van zorgvuldig gedefinieerde generieke functies – data die kunnen stromen – hebben zowel Francine als Pieter behoefte aan een heldere governance-structuur van het Gezondheidsinformatiestelsel. Pieter: ‘Hoe richten we het stelsel precies in op het gebied van regie en uitvoering? Wat is de plek van Nictiz, VZVZ, VWS, de regio’s? Wie mag waarvan iets vinden? Begin 2025 verwacht VWS hierover een advies. Zo’n governancestructuur is beslist noodzakelijk voor een effectieve besluitvorming, financiering enzovoort. Een voorwaarde om ons doel te bereiken.’