De organisatie van ketenzorg verschilt per zorggroep. Dat gaat bijvoorbeeld om de bij ketenzorg betrokken zorgverleners. Daarover moet de patiënt zijn geïnformeerd als hij toestemming geeft. Het inlegvel zorgt daarvoor: op het inlegvel beschrijft de zorggroep hoe de ketenzorg specifiek is ingericht. Daardoor weet de patiënt, in combinatie met de algemene informatie in de folder, precies waar hij toestemming voor geeft.
Veelgestelde vragen
De toestemming van de patiënt voor LSP Ketenzorg aan de huisarts geldt voor alle bij de ketenzorg aan de patiënt betrokken zorgverleners. De patiënt geeft dus in één keer toestemming aan alle ketenpartners. Maar die toestemming geldt alleen voor de zorgverleners die met de patiënt een behandelrelatie hebben én als het nodig is voor zijn behandeling. Er wordt op verschillende manier gewaarborgd dat er geen onterechte opvragingen van zijn gegevens plaatsvinden:
- Zorgverleners mogen alleen gegevens opvragen van patiënten met wie zij een behandelrelatie hebben én als het nodig is voor de behandeling.
- De bevragingen via LSP Ketenzorg vinden plaats vanuit het KIS van de zorggroep.
- Om in te kunnen loggen in het KIS heeft de ketenpartner inloggegevens (met 2-factor authenticatie) nodig. Dus alleen ketenpartners aan wie de zorggroep inloggegevens heeft verstrekt, kunnen bij de patiëntgegevens in het KIS.
- Om via LSP Ketenzorg de gegevens in het KIS te actualiseren met gegevens die in het HIS staan geregistreerd, is een UZI-pas nodig.
- Het KIS kan via LSP Ketenzorg alleen gegevens uitwisselen met HIS’en die in hetzelfde samenwerkingsverband (zorggroep) zitten.
- In zowel het HIS als het KIS staat ingesteld dat de uitwisseling LSP Ketenzorg alleen plaatsvindt tussen het KIS en de HIS’en in de zorggroep.
- Alle bevragingen die plaatsvinden via LSP Ketenzorg worden gelogd en zijn in te zien door de patiënt zelf via het 'overzicht Uitwisselingen' op volgjezorg.nl.
Ja, het is toegestaan dat de patiënt mondeling toestemming geeft (opt-in) voor LSP Ketenzorg. Het is dus niet noodzakelijk dat de patiënt het toestemmingsformulier voor LSP Ketenzorg invult en ondertekent. Wel moet de patiënt geïnformeerd zijn met een toestemmingsfolder over gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg. Ook moet deze mondelinge toestemming goed worden verwerkt in het HIS. Als de huisarts later onomstotelijk wil kunnen aantonen dat de patiënt toestemming heeft verleend, is het hanteren van schriftelijke toestemming via het toestemmingsformulier aan te bevelen.
Alle regionale LSP-uitvoerders zijn geïnformeerd en worden door VZVZ op de hoogte gehouden. Welke rol zij bij de overgang kunnen en willen vervullen, bepalen zij zelf. En het is aan de zorggroepen of zij de regionale LSP-uitvoerders hierin willen betrekken en in welke rol.
Nee, voor deelname aan LSP Ketenzorg heeft de huisartsenpraktijk wel een LSP-koppeling nodig, maar het gebruik van andere LSP-functionaliteiten, zoals de uitwisseling van huisartswaarneemgegevens, is geen verplichting. Ook de toestemming van ketenzorgdeelnemers voor gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg, betekent niet automatisch toestemming voor gegevensuitwisseling via andere LSP-functionaliteiten. Die toestemmingen staan los van elkaar: ze hebben betrekking op de uitwisseling van andere gegevens tussen andere zorgverleners.
Nee, dat hoeft niet. Als de toestemming voor OZIS op de juiste manier is gevraagd en geregistreerd, kunt u volstaan met de vraag of de patiënt deze eerder gegeven toestemming wil continueren.
Ja, de huisartsassistent of de POH’er die in de huisartsenpraktijk werkt, mag namens de huisarts de patiënt om toestemming vragen voor gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg en deze toestemming verwerken in het HIS. Ook nu moet ter informatie eerst de folder LSP Ketenzorg worden overhandigd aan de patiënt. De assistent of POH’er heeft net als de huisarts een informatieplicht bij de opt-in.
De te gebruiken ICPC’s in het inclusiebericht zijn gebaseerd op de handreiking van InEen. Deze “Handleiding Inclusie- en exclusiecriteria ketenzorgprogramma’s” vindt u op website van InEen. Een overzicht van de inclusie-ICPC’s per zorgprogramma: Diabetes (T90.02), Ouderenzorg (A05, A49.01), COPD/Astma (R95/R96, R96.01, R96.02), CVRM (K49.01, K74, K75, K76, K76.01, K76.02 K86, K87, K89, K90.03, K92.01, K99.01, T93).
Als u niet specifiek heeft gecodeerd, zult u dit moeten herstellen. Of dit van toepassing is, kan gecontroleerd worden met behulp van lijsten/overzichten in het HIS.
Ja, er is een gecombineerd toestemminsformulier beschikbaar voor de toestemming voor huisartswaarneming en LSP Ketenzorg. Dit gecombineerde toestemmingsformulier mag alleen gebruikt worden voor patiënten die al in ketenzorg zitten of in ketenzorg worden opgenomen.
Patiënten kunnen op drie manieren toestemming geven voor het uitwisselen van medische gegevens in het kader van LSP Ketenzorg:
- Schriftelijk: een toestemmingsformulier invullen en ondertekenen.
- Mondeling: tijdens een fysiek, digitaal of telefonisch consult, onder voorwaarde dat de zorgverlener de identiteit van de patiënt (met zekerheid) kan vaststellen.
- Digitaal: een persoonlijke e-mail beantwoorden die is gestuurd naar een geverifieerd individueel e-mailadres van de patiënt.
De LSP-koppeling voor de zorggroep regelt de zorggroep zelf, maar de adviseur van VZVZ kan hierin ondersteunen. Hetzelfde geldt voor huisartsenpraktijken die nog geen LSP-koppeling hebben.
Een patiënt kan op meerdere manieren toestemming geven voor het uitwisselen van medische gegevens in het kader van LSP Ketenzorg: mondeling, schriftelijk of digitaal. Voorafgaand moet de patiënt geïnformeerd zijn over waar hij toestemming voor geeft, bijvoorbeeld via de VZVZ-folder LSP Ketenzorg. Als deze informatie digitaal wordt verstrekt, moet de folder naar een geverifieerd individueel e-mailadres van de patiënt worden gestuurd.
Let op: alleen een link naar de website voldoet niet voor een geïnformeerde toestemming!
Advies: leg de e-mail vast in het dossier van de patiënt.
Als een ketenzorgdeelnemer nog geen toestemming heeft gegeven voor gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg, dan blijft de gegevensuitwisseling nog tijdelijk via OZIS Ketenzorg verlopen. De OZIS-koppeling zal pas worden uitgezet als alle ketenzorgpatiënten over zijn. Voor ketenzorgdeelnemers die geen toestemming willen geven voor gegevensuitwisseling via LSP Ketenzorg, moet nog worden bepaald hoe de zorg verleend gaat worden en welke consequenties dit heeft.
Voor de rapportage heeft dit geen impact. Ook kunnen alle ketenpartners gewoon blijven werken in het KIS. De functionaliteit blijft hetzelfde en de wijzigingen vinden vooral 'onder water' plaats. Wat wel nieuw is, is het gebruik van de UZI-pas. Ook nieuw is dat de opt-in in het HIS moet worden geregistreerd en dat er voorafgaand aan de gegevensuitwisseling een verwijzing vanuit het HIS naar het KIS moet worden gedaan. Deze laatste twee handelingen moet de huisarts/POH uitvoeren. De overige ketenpartners worden hier niet mee geconfronteerd.
De gegevensuitwisseling tussen het HIS en het KIS via LSP Ketenzorg is minimaal gelijk aan de gegevensuitwisseling via OZIS Ketenzorg. Dit betekent dat er gegevens worden uitgewisseld voor de zorgpaden DM II, CVRM, COPD, Astma, ouderenzorg en chronische nierschade (via DM II en CVRM).
Ja, voor ketenzorg is aparte toestemming nodig, want dit gaat om de uitwisseling van andere gegevens tussen andere zorgverleners.